Huishoudensstatistiek

Brongegevens

Korte omschrijving
Gegevens over het aantal huishoudens naar samenstelling en leeftijd
Formele naam
CBS Huishoudensstatistiek
Bronhouder
Centraal Bureau voor de Statistiek
Herkomst
Register
Schaalniveau
Postcode en gemeente
Dekkingsgraad
Landelijk
Peildatum
1 januari
Frequentie
1x per jaar
Actualiteit
Standgegevens komen in oktober beschikbaar
Sterke kanten
Grotendeels gebaseerd op harde registraties
Zwakke kanten
Beperkte dataset op postcodeniveau beschikbaar
Alternatieven
-
Trefwoorden
Huishoudens, samenstelling, leeftijd, alleenstaanden, eenoudergezinnen, meerpersoonshuishoudens, kinderen
Opmerkingen
in 2011 is er sprake van een trendbreuk, zie tekst onder trendbreuk

Omschrijving

De Huishoudensstatistiek is de opvolger van de Jaarlijkse Huishoudensstatistiek (JHS). De JHS was gebaseerd op de Enquête Beroepsbevolking (EBB), een doorlopend steekproefonderzoek onder de Nederlandse bevolking waarin naast gegevens die met werken te maken hebben ook gegevens worden verzameld over de bevolking in particuliere huishoudens. De huidige Huishoudensstatistiek is grotendeels gebaseerd op integrale gegevens afkomstig uit de GBA (Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens).

De GBA bevat echter niet alle gegevens die noodzakelijk zijn om alle gewenste huishoudenstypen te kunnen afleiden. Voor de afleiding van huishoudens wordt gebruikt gemaakt van de in de GBA aanwezige adresinformatie. Van personen op een adres met een eenduidige relatie tot elkaar worden plaats in het huishouden en de huishoudenssamenstelling rechtstreeks afgeleid. In ongeveer 90 procent van de huishoudens is dat het geval. Het gaat hier om personen die alleen op een adres wonen, paren, al dan niet met kinderen, eenoudergezinnen, samenwonende broers en/of zussen, kortom iedereen die of alleen woont of een familierelatie heeft met alle overig op het adres aanwezige personen.

Daarnaast zijn ook adressen waar 2 personen wonen die op eenzelfde datum op dat adres zijn komen wonen als eenduidig bestempeld. Zij worden ingedeeld bij de ongehuwd samenwoners. Ook de personen in instellingen en tehuizen worden eenduidig geïdentificeerd. Van de resterende 10 procent van de huishoudens wordt de huishoudenssamenstelling en plaats in het huishouden van de daar aanwezige personen geïmputeerd. Daarbij is gebruik gemaakt van de EBB. De EBB bevat gegevens over personen en huishoudens op adressen. Op basis van huishoudensinformatie afkomstig uit de EBB zijn voor de bewoners van een aantal adrestypen kansen berekend om tot 1 huishouden te behoren. Op basis van deze kansen is de huishoudenscompositie geïmputeerd.

In de Huishoudensstatistiek zijn gegevens opgenomen over particuliere huishoudens. De huishoudensstatistiek valt uiteen in een verdeling van de huishoudens naar samenstelling en naar leeftijd. Huishoudens naar samenstelling omvat alleenstaanden, meerpersoonshuishoudens zonder kinderen en meerpersoonshuishoudens met kinderen. Deze gegevens zijn beschikbaar op zowel 4-positie postcodegebied als op gemeente. Daarnaast zijn er gegevens op gemeenteniveau beschikbaar voor huishoudens verdeeld over vier leeftijdsklassen, namelijk 15 t/m 24, 25 t/m 44, 45 t/m 64 en 65 jaar en ouder. Deze gegevens zijn beschikbaar op gemeenteniveau.

Daarnaast is de huishoudensindeling naar samenstelling ook beschikbaar op 4-positie postcodeniveau. Hierbij is de categorie 'eenoudergezinnen' toegevoegd aan de categorie 'meerpersoonshuishoudens met kinderen'. Om redenen van statistische geheimhouding zijn de aantallen per 4-positie postcodegebied aselect afgerond op veelvouden van 5. Bij aselect afronden wordt door loten bepaald of een getal naar boven of naar beneden wordt afgerond. De daarbij gehanteerde kansen zijn omgekeerd evenredig met de afrondingsverschillen. Gemiddeld wordt een getal hierdoor op zichzelf afgerond. Het gemiddelde afrondingsverschil per getal is evenwel groter dan het geval is bij afronding op het dichtstbijzijnde veelvoud van 5. Door afrondingsverschillen is de som van afgeronde getallen niet altijd gelijk aan de afgeronde som.

Trendbreuk

Vanaf 2011 is er voor de samenstelling van huishoudensgegevens gebruik gemaakt van een nieuwe productiemethode. In deze nieuwe methode wordt voor het bepalen van de huishoudenssamenstelling naast de gegevens uit de gemeentelijke basisadministratie (GBA) belastingdienstgegevens over samenwonende paren gebruikt. De uitkomsten op basis van de nieuwe productiemethode sluiten goed aan op de voorgaande uitkomsten, maar er treden vanaf 2011 wel kleine verschuivingen op in het aantal huishoudens naar samenstelling. De grootste verschuiving betreft het aantal overige huishoudens dat lager uitvalt. Het aantal personen in institutionele huishoudens ligt op 1 januari 2011 12 duizend hoger dan op 1 januari 2010. Ongeveer de helft van deze stijging is veroorzaakt door verbeteringen in de methode van waarneming.

Definities

Bepalend voor de huishoudensindeling naar leeftijd is de leeftijd van de referentiepersoon op 31 december. Als minderjarig kind is een persoon aangemerkt jonger dan 18 jaar die ongehuwd is en die bij de ouder(s) woont.

Referentiepersoon

De referentiepersoon is een statistische entiteit bedoeld om huishoudenskenmerken aan te ontlenen. Uit de leden van het huishouden wordt de referentiepersoon als volgt gekozen:

  • als er een paar is binnen het huishouden: de man;
  • als het paar van gelijk geslacht is: de oudste van het paar;
  • in een eenouderhuishouden: de ouder;
  • in een overig huishouden: de oudste meerderjarige man of - als deze ontbreekt - de oudste meerderjarige vrouw.
  • Particuliere huishoudens

    Huishoudens bestaan uit een of meer personen die alleen of samen in een woonruimte zijn gehuisvest en zelf in hun dagelijks onderhoud voorzien. De indeling van het huishouden hangt af van de relaties van de huishoudensleden ten opzichte van de referentiepersoon. Het al dan niet gehuwd samenwonen en de aanwezigheid van kinderen spelen hier een rol. Een huishouden met één persoon is uiteraard een éénpersoonshuishouden. Daarnaast zijn huishoudens bestaande uit niet-gehuwde paren, niet-gehuwde paren met kinderen, echtparen en echtparen met kinderen te onderscheiden. Een huishouden bestaande uit meerdere personen waarin de referentiepersoon geen partner en geen kinderen heeft, wordt getypeerd als 'overig'. Een referentiepersoon die niet samenwoont met een vaste partner, maar wel thuiswonende kinderen heeft, vormt een éénouderhuishouden. Als twee paren/gezinnen één huishouden vormen, wordt het huishouden ingedeeld op basis van de samenstelling van het paar/gezin waarin de referentiepersoon voorkomt. De leden van het andere gezin worden geclassificeerd als 'overig lid huishouden'.

    Alleenstaanden

    Huishoudens bestaande uit één persoon.

    Eenouderhuishouden

    Particulier huishouden bestaande uit één ouder met thuiswonende kinderen.

    Thuiswonend kind

    Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders. Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen, maar geen pleegkinderen.

    Meerpersoonshuishoudens

    Meerpersoonshuishoudens bestaan uit niet-gehuwde paren, niet-gehuwde paren met kinderen, echtparen en echtparen met kinderen, eenouderhuishoudens en overige huishoudens.

  • Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen: meerpersoonshuishoudens zonder thuiswonende kinderen.
  • Meerpersoonshuishoudens met kinderen: meerpersoonshuishoudens met thuiswonende kinderen.
  • Overige huishoudens

    Particulier huishouden dat uitsluitend bestaat uit overige leden. Tot een 'overig lid van een huishouden' hoort iedere persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden. Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan een kostganger die bij een gezin inwoont, twee broers die samen één huishouding vormen, of pleegkinderen.